Het oorspronkelijke patroon is terug te vinden in de werkgroepen van Bag Ladies en Naaien Tegen Kanker. Peggy vereenvoudigde het patroon lichtjes waardoor er maar met twee patroondelen moet gewerkt worden. Ze zijn te groot om in te scannen, dus heb je ze graag in je bezit? Stuur ons zeker een mailtje met je adres en vraag naar het patroon.

Stap 1

Kies 2 stofjes, dit kunnen contrasterende stofjes zijn, of dezelfde stofjes. Ik koos voor twee verschillende zodat het een omkeerbaar hoedje wordt. Verder kan dit patroon zowel in licht ribfluweel, katoen als in tricot.

Stap 2

Neem patroondeel A 1 keer over uit beide stofjes

Doe met patroondeel B hetzelfde. Opgelet! Het rechte uiteinde (hieronder links op de foto) moet op de stofvouw liggen zodat het uiteindelijk gespiegeld wordt.

Duid alle signalen die je ziet op het patroon ook aan op je stof. Dit kan met krijt, een kopspeld of zoals wij door er een knipje in te geven. Het gaat hier dan over “middenvoor” “middenachter” en eventuele referentiepunten. Dit helpt je later vlotter je stofdelen op elkaar te spelden en te controleren dat alle naden precies overeenkomen zoals het hoort.

Als het goed is, heb je nu dus vier stofdelen voor je liggen

Stap 3

Begin met twee stofjes van dezelfde soort. Leg patroondeel A met de goede kant op patroondeel B. Zorg dat de kentekens die je gegeven hebt voor middenvoor (mv) precies op elkaar liggen en speld vast.

Trek de rechterpunt van deel A naar het knipje (=referentiepunt) op deel B (dat bevindt zich ongeveer op de hoek tussen de boog en het rechte lange stuk van deel B) . Als je wil kan je dit vastspelden en eventueel ook de boog van deel A op deel B. Naai vast tussen “middenvoor” en het referentiepunt.

Doe nu hetzelfde in spiegelbeeld: je trekt dus het linkerbenedenpunt van deel A naar het referentiepunt links op deel B en je naait vast tussen middenvoor en het referentiepunt. Je krijgt dan ongeveer zoals op onderstaande foto. Geef knipjes tot aan de naad om straks het omdraaien te vergemakkelijken.

Aan het keerpunt naai je best niet tot beneden toe, want dat maakt het straks moeilijker om het mooi af te werken. Laat dus best een centimetertje open.

Stap 4

Herhaal dit hele proces voor de stofjes van de andere soort. Je krijgt dan onderstaand wat op 2 onafgewerkte mutsjes gelijkt.

Stap 5

Schuif beide mutsjes in elkaar met de goede kanten tegeneen en speld vast.

Naai rond om rond dicht, enkel het keergat (tussen de twee linten) open laten

Stap 6

Keer het mutsje binnenstebuiten door het keergat.

De lintjes kan je binnenstebuiten keren met behulp van een houten lepel.

Naai het keergat dicht.

Heb je in rekbare stof gewerkt? Dan kan een extra stiksel helpen om alles mooi op zijn plaats te houden. Opgelet: hoe minder stiksel, hoe beter voor de hoofdhuid van de gebruiker. Ik heb hier bv enkel stiksel gedaan op de lintjes en op de onderkant van het mutsje. Dit komt dus niet/amper in aanraking met de hoofdhuid.